Nieuwe coalitie foto.jpg

De Wittenberg breidt team uit met directeur op sokken

Als je al eventjes onder de teamgenoten van de Wittenberg rondloopt, valt het eigenlijk niet meer op. Janno van den Ende, die op zijn sokken het directiekantoor binnenkomt wandelen waar Frans Hoogendijk, goed geschoeid als altijd, met een kop koffie in de hand op hem wacht. Onbedoeld belichaamt dit het verschil tussen beide directeuren. Waar de één op de Wittenberg woont en het ideaal doorleeft dat je thuis geen schoenen aan hoeft te hebben, is de ander bekleed met bereidwilligheid om de bedrijfsvoering in goede banen te leiden. Zelf zien ze de verschillen in voetbedekkende voorkeur niet.

Het aanstellen van een tweede directeur klinkt veelbelovend. Het afgelopen jaar zijn er Wittenberg-breed gesprekken gevoerd over wat wij bedoelen met monastiek. Dit heeft zich in de praktijk vertaald in een viertal beloften. Zo beloven we bijvoorbeeld dat wanneer je bij ons over de drempel stapt, je jezelf in een ritme van rust kan voegen. Aan het eind van deze ontwikkelingen komt een nieuwe directeur die zich gaat richten op de leefgemeenschap en programma’s. Zou je kunnen aanwijzen wat deze belofte voor de Wittenberg inhoudt? 

 

Janno: Mijn aandachtsgebied, het verhaal van de Wittenberg, is onlosmakelijk verbonden met monastiek en deze vier beloften. Tegelijkertijd is het goed om te noemen dat de Wittenberg meer is dan alleen monastiek. We zijn een huis met honderd jonge mensen. We delen het leven en willen Christus volgen. Daarbij putten we uit de monastieke traditie, maar dit blijft ook gewoon een unieke plek. In een tijd waarin veel eenzaamheid is, kun je hier met honderd mensen samenwonen. Dit is in de eerste plaats een levend, bruisend huis, met heel veel jonge mensen die samen God zoeken en in hun geloof verdieping vinden. Een huis waar God gevonden wordt. En we maken samen ook de ingewikkelde kant van het leven mee: vriendschappen, relaties, studiekeuzes en misschien thema’s als ziekte en gezondheid komen voorbij. De Wittenberg is een soort bijbelschool, dat wil zeggen een vormingstraject wat zich richt op geestelijke en persoonlijke vorming, waar vaak hele hechte groepen ontstaan, veel mooie avonturen worden beleefd en een plek waar mensen op adem kunnen komen. Dit is een huis van kampvuren, spelletjesavonden en gebeden. Een huis dat verenigt en waar voor de wereld gebeden wordt.

Frans: Directeur is maar een deel van onze aanstelling; het is een combinatie met andere functies in de organisatie. Zo ben ik naast anderhalve dag directeur bedrijfsvoering, één dag medewerker fondsenwerving en een halve dag houd ik mij bezig met personeelsgerichte zaken.  Janno is naast anderhalve dag directeur leefgemeenschap en programma’s anderhalve dag leefgemeenschapspastor en een halve dag docent. Van mijn taken staat fondsenwerving de komende jaren flink in de belangstelling, aangezien ons dak aan vernieuwing toe is. Op korte termijn moet bijvoorbeeld het lood in de ramen en op het dak op kritieke punten, zoals bij de keelgoten, aangepakt worden. Ook hebben de dakkapellen een renovatie nodig. Op langere termijn willen we het dak gaan isoleren en verduurzamen, wat bij een monumentaal pand de nodige logistieke en financiële uitdagingen met zich meebrengt.

Janno: We hopen en verwachten met deze nieuwe ontwikkeling dat we nog beter toegerust zijn om de beloften, zoals dat ritme van rust, waar te maken. We hebben een goed verhaal als Wittenberg. We zijn bezig met hele mooie dingen en om dat zo goed mogelijk te kunnen doen is dit een veelbelovende stap die Frans de focus geeft om zich te richten op gebieden binnen de bedrijfsvoering die meer aandacht verdienen, en voor mij om me meer te richten op de leefgemeenschap en de programma’s. Het veelbelovende is dat dit kan bijdragen aan het versterken, verdiepen en uitleven van dat goede verhaal dat we hebben.

Frans: We zijn dankbaar voor wat er in de afgelopen vijf jaar is opgebouwd. Om dit nog een stap verder te kunnen brengen, is er met deze nieuwe aanstelling meer ruimte om dat de aandacht te geven die dat nodig heeft. 

Janno: Er is inderdaad wat moois opgebouwd en dat zien we terug in de inhoudelijke thema’s, maar het is ook praktisch zichtbaar: ons tussenjaar: Inside-out, zit voor deze vijf maanden helemaal vol (Red: voor het traject vanaf februari is er nog plaats). De leefgemeenschap is ook helemaal vol (Red: houd de website en Instagram in de gaten voor kennismakingsavonden wanneer er verhuizingen zijn).

Frans: We merken dat de monastieke wending die we hebben gemaakt heel vruchtbaar is gebleken. Het raakt een snaar bij de jonge mensen van nu.

Hoe ga je dit uitwerken? Er klinkt nu een intrinsieke belofte om de leefgemeenschapper en de gast een ritme van rust, stilte en gebed, verbondenheid met de wereld en een gemeenschap te bieden. Hoe stelt dit je in staat om dat meer mogelijk te maken?

Janno: Wat we doen is sterk verbonden aan praktijken. We willen niet alleen mooie woorden, maar ook daden. De praktijken hebben in zichzelf de eigenschap dat je jezelf erin moet oefenen om het eigen te maken. Het is niet iets wat je een keer uitgelegd krijgt en dan meteen snapt; je moet het ondergaan, je moet in dat ritme leren leven. Dat lijkt een soort cirkel: je wil enerzijds de praktijken doen en het daarvanuit ervaren. Anderzijds is het ook goed het theoretisch kader daaromheen steeds verder uit te diepen, zodat we begrijpen wat we doen en steeds bewuster de praktijken aangaan. Daarvanuit ga je opnieuw, dieper ervaren hoe heilzaam het is. Die verschillende zijden van de cirkel bieden steeds ruimte om dat verder te verdiepen. Omdat wij een leefgemeenschap zijn waar steeds nieuwe mensen in komen wonen, moeten we steeds dat verhaal blijven vertellen. Maar dat verhaal is nooit helemaal af, want het vraagt steeds opnieuw om een verdieping, verwoording en een link met de tijd waarin we leven. Het is belangrijk dat we steeds intern mee worden genomen in wat we doen, zodat we begrijpen waarom we elkaar daarin mee willen nemen: om ons onder te dompelen in dat ritme en daar dan ook de vruchten van te plukken. Ik geloof dat dit heel heilzaam is en dat veel bezoekers en bewoners dat nu al merken. We willen dit uitdragen naar buiten toe, zodat we mensen uit kunnen nodigen hiernaartoe. Bijvoorbeeld met programma’s die we aanbieden. Ik ben van mening dat deze richting, die ik hoop uit te werken, met al zijn praktische vertalingen zal bijdragen aan het verwezenlijken van deze beloften.

Frans: Ik zou daar nog aan willen toevoegen dat het belangrijk is dat de organisatie en de middelen daarin meegroeien, meebewegen en dat mogelijk maken. Concrete verhalen vragen bijvoorbeeld ook fondsenwerving; daar heb je ook aandacht en tijd voor nodig.

Je wordt nu aangesteld als directeur van leefgemeenschap en programma’s. Wat zijn daarin je plannen? Hoe kijk je uit naar de komende tijd?

Janno: We hebben een verhaal dat zich vertaalt naar verschillende doelgroepen. Die doelgroepen vragen een verschillende invulling. Voor een deel is het bijvoorbeeld mijn plan om met een oprechte bevlogenheid de leefgemeenschap mee te nemen in wat we eigenlijk zijn en hoe uniek dat eigenlijk is. Dat is een sterke interne focus en ik gebruik de woorden: met een oprechte bevlogenheid, bewust. Daarmee bedoel ik dat ik het als mijn verantwoordelijkheid zie, in de taak die me wordt toevertrouwd, zelf heel thuis te zijn. Ik wil zelf veel lezen en blijven lezen en andere plaatsen bezoeken die dit ook op eenzelfde manier uitleven. Ik wil belichamen waar het over gaat; dit zie ik als een deel van mijn taak. Om deze beloften uit te leven en een herkenbaar voorbeeld in ons midden te zijn. Ik ben ook maar gewoon leefgemeenschapper, iemand die wat meer tijd toevertrouwd krijgt om zich in dit soort theologie te verdiepen. Ik hoop van daaruit, intern, mensen steeds opnieuw mee te nemen in waarom we doen wat we doen. In een Inside-out setting vraagt dat weer een andere vertaling dan in een één-op één gesprek of een avond voor de leefgemeenschap. Of bijvoorbeeld in de praktische uitwerkingen van nieuwe ontwikkelingen in huis, zoals dat nu sinds enkele maanden een paar minuten voor het getijdengebed de klokken luidden. Dat zijn verschillende vertalingen van het interne verhaal. Naar buiten toe ligt er veel potentieel. Je ziet nu in de maatschappij bepaalde tendensen, maar ook in de christelijke wereld, dat juist dit: het zoeken naar rust in een gejaagde tijd en hoe dat werkt, daar ritmes in vinden, heel erg in de kijker staat en dat er ook steeds meer aandacht voor lijkt te komen. Als je dat terrein een beetje bekijkt, nemen wij als Wittenberg een unieke plaats in, omdat wij hier niet alleen hierover nadenken, maar het ook uitleven en belichamen met jonge mensen. En dan ook nog met honderd man tegelijk. Ik denk dat we daar heel veel ervaringskennis hebben zitten. We verkennen nu hoe we ons verhaal naar de wereld om ons heen vertalen. Ik geloof echt dat wat wij hier doen iets heel heilzaams is. Op de Wittenberg zijn we gebaat bij stabiliteit. Deze aanstelling maakt onze organisatie een stukje stabieler.

Het gaat dus een stuk over stabiliteit. Frans, je gaat nu over van algemeen directeur naar directeur bedrijfsvoering. Hoe stelt dit je in staat om te doen waar eerst geen ruimte voor was?

Frans: Heel concreet heeft dat bijvoorbeeld te maken met goede communicatie rondom het project dak, wat op korte termijn vernieuwd zal moeten worden. We willen de mogelijkheden rondom fondsenwerving beter benutten. Met betrekking tot interne processen draaien we nu bijvoorbeeld soms op hoe we het altijd gedaan hebben. Met deze nieuwe aanstelling ontstaat er voor mij ruimte om deze te verbeteren en efficiënter te maken. Tijd investeren in goed personeelsbeleid, gericht op stabiliteit en toekomst. Dit zijn concrete dingen die met deze ontwikkeling de aandacht kunnen krijgen die ze verdienen.

Zijn er nog dingen die jullie zelf graag gezegd willen hebben?

Janno: Enerzijds heb ik allerlei rollen in huis en anderzijds is dit vooral ook gewoon mijn huis. Ik woon hier met de leefgemeenschappers en ik voel me een van hen. Het is mijn thuis, en zowel Frans als ik houden ontzettend van deze mooie plek.

 

Gerelateerd